Home / Nieuws / Bedrijventerrein De President: van hittestress naar een uitvoerbare businesscase voor vergroening

Bedrijventerrein De President: van hittestress naar een uitvoerbare businesscase voor vergroening

Gepubliceerd: 16 december 2025
Bewerkt: 16 december 2025

Bedrijventerrein De President ligt in de gemeente Haarlemmermeer en is een relatief jong terrein. De eerste gebouwen dateren van rond 2000. Het terrein is netto circa 30 hectare groot, vrijwel volledig uitgegeven en kent een gemengd, overwegend industrieel profiel met grote verschillen in kavel- en gebouwgrootte. Bij de gronduitgifte is verplichte deelname aan parkmanagement vastgelegd, wat later cruciaal bleek voor gezamenlijke stappen.

Bij de ontwikkeling is nog geen rekening gehouden met klimaatadaptatie. Door volledige bebouwing en inrichting van zowel kavels als openbare ruimte is de groenstructuur sterk verschraald. In de zomers nam de hittestress merkbaar toe, terwijl water en groen nauwelijks een rol speelden in de beleving van het terrein.

Onderzoek als startpunt voor een gerichte aanpak

In 2023 liet Parkmanagementvereniging onderzoek uitvoeren naar hitte, groen en wateroverlast. De uitkomsten waren concreet en confronterend. Op warme dagen liep de gevoelstemperatuur op tot 37 à 38 graden Celsius in vrijwel het hele gebied. Minder dan de helft van de gebouwen beschikte over een koele plek binnen 300 meter en langs langzaamverkeerroutes bedroeg de schaduw slechts 6%, terwijl 40% als norm geldt. Slechts 2% van het terrein bestond uit hoogwaardig groen en 9% uit laagwaardig groen zoals gras. Deze cijfers maakten duidelijk dat losse maatregelen op individuele kavels onvoldoende effect zouden hebben.

Governance en het betrekken van de gemeente

Parkmanagement zocht het gesprek met de gemeente Haarlemmermeer als eigenaar van de openbare ruimte. De gemeente was aanvankelijk terughoudend. Beleidskaders zoals het beeldkwaliteitsplan, gekoppelde beheerbudgetten en eerdere raadsbesluiten boden weinig ruimte voor aanpassing. Bovendien speelde de schaalvraag: de gemeente kent circa zeventig bedrijventerreinen met vergelijkbare problematiek. Met inzet van een externe aanjager vanuit PHB werd het gesprek verbreed naar ontwerpers, beheerders en budgethouders. Dit veranderde het gesprek van een abstract probleem naar een gezamenlijke verkenning van wat wél mogelijk was.

Van verkenning naar Kansenkaart met harde cijfers

Tijdens een gezamenlijke schouw met ondernemers en gemeentemedewerkers ontstond vertrouwen en enthousiasme. Vijf bedrijven committeerden zich om hun eigen kavels als pilot te benutten. Om snel inzicht te krijgen in haalbaarheid en kosten werd besloten een Kansenkaart te laten maken. Met subsidie uit de provinciale regeling Ondersteuning Toekomstige Werklocaties werd €25.000 procesgeld toegekend, met 50% cofinanciering. In totaal kwam €50.000 beschikbaar, gelijk verdeeld over Parkmanagement, gemeente en PHB/SADC. Stichting Greendustry werkte vervolgens concrete plannen uit voor vijf bedrijfskavels en aangrenzende openbare ruimte, inclusief kostenramingen.

Businesscase, subsidies en realisatie

De uitgewerkte plannen resulteerden in een totale investering van bijna €900.000. Voor de uitvoering is subsidie toegekend vanuit de provinciale regeling Toekomstbestendige Bedrijventerreinen, goed voor 25% van de kosten. Zowel bedrijven als gemeente hebben commitment uitgesproken voor realisatie. De maatregelen worden gefaseerd uitgevoerd, met start begin 2026. De eerste fase richt zich op vergroende bedrijfstuinen, wandelvriendelijke stoepen en groene gevels. Opvallend is dat de gemeente in dit traject verschoof van een reactieve naar een proactieve partner, mede doordat kosten, beheer en verantwoordelijkheden vanaf het begin helder waren.

Actuele stand van zaken en lessen voor andere bedrijventerreinen

Deze case is geschreven en bijgewerkt eind 2025. De kracht van De President zit niet in abstracte ambities, maar in een scherpe scope met concrete cijfers, een gedeelde businesscase en duidelijke governance. Wat hier werkt, is het vroeg inzichtelijk maken van kosten en subsidies, het combineren van openbare en private ruimte in één integraal plan en het spreken van zowel de taal van de ondernemer als die van de gemeentelijke beheerder. Wat niet werkt, is wachten op beleidswijzigingen zonder pilots. Juist een kleinschalige, goed onderbouwde start bleek de sleutel tot opschaling en blijvend draagvlak.

Andere cases uit Noord-Holland